De geschiedenis en de erkenning

De (Oud)Duitse Herder vindt zijn oorsprong in Duitsland uit verschillende types herdershonden. Er bestonden langhaar, ruwharig en gladhaar herdershonden en dan ook nog in allerlei kleuren en types. Deze honden deden dienst als bewaker van huis en haard en/of het hoeden van de kudde. In die tijd fokte men uitsluitend op karaktereigenschappen en keek men eigenlijk niet naar het uiterlijk. In de oorspronkelijke Duitse Herder vereniging die eind negentiende eeuw werd opgericht aanvaardde men elke type vacht en kleur. 
In 1961 verdeelt de muur Duitsland in Oost en West. Vanaf dat moment gaat men in de DDR Duitse Herders fokken die niet op uiterlijk worden beoordeeld maar op inzetbaarheid, hardheid en gezondheid. Sterke, zwaar gebouwde rechte honden. Deze honden moesten zelfstandig kunnen werken, hard zijn en aan alle weersomstandigheden weerstand kunnen bieden. Vaak hadden deze honden een dikke ondervacht, noodzakelijk voor de strenge winters in het oostelijk deel van Duitsland.

In het westen keek men ook naar het uiterlijk (vooral de geel/zwarte Duitse Herder was populair) immers, West Duitsland was niet in oorlog en er was geen noodzaak om honden te fokken om de grenzen te bewaken. In het westen van Duitsland zag je dan ook een andere lijn van honden ontstaan. Honden met een afvallende croupe, een schoonheidsideaal, iets wat je niet zag bij het DDR-type. 
Hoe goed fokkers aan beide zijden van de muur hun best ook deden, nog steeds werden er uit 2 Stokharige ouders één of meerdere Langhaar pups geboren. Deze pups kregen vaak geen stamboom en werden niet zelden goedkoper verkocht. Met de herziende ras standaard in 1991 werd het zelfs nog strenger. Men bleef de Langstokhaar als ongewenst beschouwen. 
Gelukkig was er een groep mensen in Duitsland die juist wel op dit type vielen. In 1984 wordt in Duitsland de LSVD (Langhaar-Schäferhunde-Verband-Deutschland) opgericht. Deze mensen fokken met Langharige Duitse Herders.

In 1930 besloot de Duitse vereniging van Herdershonden, de SV (Verein Für Deutsche Schäferhunde), dat de Langstokhaar honden een "fokfout" waren en dat deze honden werden uitgesloten van de fok. In 1991 werd dit door de SV omgezet in een "fok uitsluitende fout” en mocht er met deze honden niet langer gefokt worden. Toch werd er door liefhebbers met deze Langstokharige honden gefokt echter zonder de officiële stamboompapieren, immers voor deze honden met een "fok uitsluitende fout" kon men zich niet laten inschrijven bij de SV. Daar de Langstokharigen niet werden geaccepteerd binnen de officiële rasvereniging de SV (en later ook niet in de Nederlandse Vereniging van liefhebbers van de Duitse Herder, de VDH) is met de oprichting van het "Langhaar-Schäferhunde-Verband Deutschland" in 1984 het ras de Oudduitse Herder ontstaan. Het door een rasvereniging uitgeven van Afstammingsbewijzen met als ras omschrijving "Duitse Herder" voor deze Langstokharige honden is niet toegestaan. Omdat het Langstokhaar een genetische terugslag is naar de oorspronkelijke Herdertype uit het begin van de vorige eeuw, heeft men dus gekozen om deze honden de Oudduitse Herder te noemen. 

 

Hieronder zie je de Duitse Herder zoals die er vroeger uitzag toen die erkend was en hoe de Duitse Herder er nu uitziet.

Ziektes met fokken

Met het fokken van de Duitse Herder kunnen fokkers nogal eens op wat problemen stuiten.  Momenteel zijn er 67 erfelijke aandoeningen bekend. Daardoor is er een zeer hoog risico op erfelijke aandoeningen. Door het schoonheidsideaal wat vanuit oudsher gebruikt wordt heeft de Duitse Herder een sterk aflopende rug, waardoor de hond als het ware zijn achterpoten over de grond sleept en de rug en heupen vaak hard slijten.

De meest voorkomende afwijkende problemen kun je hieronder vinden. 

 

Heupdysplasie (ontwikkelingsstoornis heup)

Heupdysplasie ( ook wel HD genoemd) is een genetische afwijking die voorkomt op de heupen van een hond. Hierbij ontwikkeld de heupgewrichten zich niet goed. De kogel en de kom passen niet goed in elkaar waardoor het dier minder stabiel wordt en het kraakbeen slijt sneller. Deze erfelijke aandoening kan door een hoge groeisnelheid of overgewicht verergeren.

Heupdysplasie is een ernstige tot zeer ernstige aandoening. Het is een beetje tot niet behandelbaar. De symptomen die je kunt opmerken zijn: Instabiliteit van de heupen, afwijkend staan met achterpoten, afwijkende gang en stand (achterpoten), bewegingsproblemen, kreupelheid, wiebelende gang en chronische pijn.

 

Spondylose (vergroeiing van tussenwervels)

Spondylose is een aandoening die voorkomt op de wervels. Wanneer de tussenwervelschijven beginnen te slijten, gaat het lichaam abnormaal botweefsel aanmaken. Het nieuwe botweefsel gaat woekeren en uiteindelijk kan het gewricht gaan vergroeien. De wervelkolom wordt minder flexibel waardoor de hond zijn rug veel minder kan bewegen. In extreme gevallen kunnen zelfs de zenuwen bekneld raken waardoor er uitval kan optreden.

Deze ziekte is best ernstig. Het is heel slecht behandelbaar. De symptomen die kunnen optreden zijn: Zwakte van de achterpoten, bewegingsbeperking, moeilijkheden met lopen en overeind komen, pijn in de nek, rugpijn en uitval van zenuwen. 

 

Degeneratieve myelopathie (aantasting ruggenmerg) 

Degeneratieve myelopathie is een aandoening van het ruggenmerg, waarbij de zenuwvezels langzaam afbreken. De verschijnselen worden vaak zichtbaar vanaf een leeftijd van 5 tot 8 jaar, maar ook al op veel jongere leeftijd kunnen verschijnselen optreden. Vooral dronkemansgang/zwalken en spierzwakte in de achterpoten worden gezien. De aandoening wordt steeds erger. In enkele maanden tot een jaar tijd ontstaat een ernstig verminderde functie van de achterpoten en kunnen deze nauwelijks meer worden gebruikt. Ook kan de hond incontinent worden door uitval van zenuwen die betrokken zijn bij de blaas en darmen.

Het is een ernstige aantasting. Het is zeer slecht behandelbaar. De symptomen die hierbij horen zijn: Zwakte in de achterhand, dronkemansloop, verlies van coördinatie in de achterste ledematen, wiebelende gang, uitval van zenuwen en verlamming van de achterpoten. 

 

Atopie (omgevingsallergie)

Atopie is een huidaandoening die bij veel honden (gemiddeld bij 1 op de 10) voorkomt. Atopie is te vergelijken met hooikoorts bij de mens, waarbij de overgevoeligheid voor stoffen in de omgeving kan leiden tot allergische reacties. Voorbeelden hiervan zijn huisstofmijt en pollen van bomen en planten. Hierbij gaat het bij de hond niet alleen om de inademing, maar kan de stof ook via de huid een ontstekingsreactie opwekken. Bij ongeveer driekwart van de honden treden de eerste verschijnselen in de eerste drie levensjaren op. Het belangrijkste verschijnsel bij de hond is jeuk (voornamelijk aan de kop en voetzolen), welke zich uit in veel likken of bijten aan de poten en het wrijven met de kop langs de vloer of objecten. Bij honden met een witte vacht kan deze op de kop en op de voetzolen roodbruin verkleuren. Naarmate de tijd vordert kunnen de dieren zich door de jeuk openbijten of wonden veroorzaken bij het wrijven. Naast de kop en de voetzolen kunnen ook andere delen van het lichaam afwijkingen vertonen, zoals de buik, de liezen, de oksels en de oren.

Het is een ernstige tot zeer ernstige aandoening. Het is matig tot slecht behandelbaar. De symptomen die op kunnen treden zijn: Aangetaste huid op gezicht en voeten, bruine plekjes of bultjes op de huid, rode huid, allergische reactie en jeuk.

 

Chronische nieraandoening (langdurig nierfalen)

Een chronische nieraandoening is niet zozeer een aandoening zelf, maar het gevolg van één of meerdere nierziekten. De nieren hebben een relatieve overcapaciteit, wat wil zeggen dat ze maar een klein percentage gezond nier-weefsel nodig hebben om alsnog goed te kunnen werken. Ondanks dat de nieren zijn aangetast, kunnen ze dus alsnog goed werken. Op een gegeven moment is het aangetaste deel zo groot, dat de hond hier wel last van krijgt. Dus zodra een hond verschijnselen heeft van aangetaste nieren, dan zijn de nieren al in een vergevorderd stadium aangetast. 

Deze aandoening is best ernstig en het is matig tot slecht te behandelen. De symptomen die kunnen voorkomen dat: Spierzwakte, depressie, lusteloosheid, urineverlies, veel plassen, vochtverlies, bloedarmoede, braken, gewichtsverlies, veel drinken en verminderde eetlust.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb