Geschiedenis 

De Mechelse herder is een van de vier variëteiten van de Belgische herder en is genoemd naar de Belgische stad Mechelen. In 1891 is de Mechelaar als eerste officieel als Belgische Herder erkend.

De Mechelse Herdershond beschikt over een uitzonderlijke intelligentie en gehoorzaamheid en is een serieuze en waakzame hond. Dit ras heeft sterke verdedigingsinstincten en territoriumdriften. Het is een uitstekende politiehond met aangeboren bewakingsvaardigheden. Deze honden zijn altijd waakzaam, oplettend en beschermend. 

 

Erkenning

Hieronder zie je ook een foto hoe het dier eruitzag op het moment dat ze erkend werden. 

Op 29 september 1891 richtte men in Brussel de 'Club du Chien de Berger Belge' op. In april 1892 werd de eerste standaard opgesteld, waarbij er sprake was van één ras met drie vachtvariëteiten: ruwharig, langharig en kortharig. Er werd nog geen onderverdeling op basis van kleur gemaakt.

Binnen de vereniging probeerde men het ras homogeen en vast van type te maken, zodat men erkenning als ras kon aanvragen. Er werd intensieve inteelt toegepast om zo snel mogelijk resultaat te krijgen. Inteelt is een effectieve manier om snel homogeniteit te verkrijgen binnen een ras. Dat dit middel echter ook negatieve neveneffecten heeft, daarvan was men zich toen nog niet bewust. Namelijk niet alleen de gewenste eigenschappen verankeren zich met inteelt snel in een ras, ook eventuele (onzichtbare) onwenselijke eigenschappen en aandoeningen worden op deze manier binnengehaald.

Rond 1910 lagen het type en karakter van de Belgische Herder eigenlijk al vast. Adolphe Reul heeft een belangrijke rol gespeeld bij de totstandkoming van de Belgische Herdershond als ras en wordt beschouwd als de grondlegger van het ras.

Ziektes bij fokken

Met het fokken van een herder kun je te maken krijgen met 8 erfelijke aandoeningen. Hierdoor is het risico op een erfelijke aandoening bij de Mechelse herder redelijk laag. Hieronder vind je de 5 meest voorkomende erfelijke aandoeningen bij de Mechelse herder.

 

Elleboogdysplasie (aandoeding elleboog)

Elleboogdysplasie (ED) is een verzamelnaam voor verschillende gewrichtsstoornissen aan de elleboog dit als gevolg van drukverschillen in de elleboog. Je hebt vier verschillende vormen hiervan: los processus coronoïdeus, osteochondritis dissecans, los processus anconeus en elleboogincongruentie. Alle aandoeningen leiden tot schade aan het ellebooggewricht met artrose. Elleboogdysplasie leidt tot kreupelheid, wat zich gedurende de ontwikkeling van de hond uit. Meestal is de aandoening al rond een leeftijd van zes tot twaalf maanden zichtbaar, maar het kan zich ook pas op latere leeftijd openbaren ten gevolge van de steeds erger wordende artrose. 

Deze aandoening komt bij veel verschillende hondenrassen voor, echter zorgt het vooral bij de grote hondenrassen (vanwege verhoogde belasting van de gewrichten) voor meer problemen. 

Elleboogdysplasie is een ernstige tot zeer ernstige aandoening en het is slecht behandelbaar. De symptomen hiervan zijn: bewegingsbeperktheid, kreupelheid in een of beide voorpoten, chronische pijn en pijnlijke elleboog.

 

Heupdysplasie (ontwikkelingsstoornis heup)

Heupdysplasie ( ook wel HD genoemd) is een genetische afwijking die voorkomt op de heupen van een hond. Hierbij ontwikkeld de heupgewrichten zich niet goed. De kogel en de kom passen niet goed in elkaar waardoor het dier minder stabiel wordt en het kraakbeen slijt sneller. Deze erfelijke aandoening kan door een hoge groeisnelheid of overgewicht verergeren.

Heupdysplasie is een ernstige tot zeer ernstige aandoening. Het is een beetje tot niet behandelbaar. De symptomen die je kunt opmerken zijn: Instabiliteit van de heupen, afwijkend staan met achterpoten, afwijkende gang en stand (achterpoten), bewegingsproblemen, kreupelheid, wiebelende gang en chronische pijn.

 

Spondylose (vergroeiing van tussenwervels)

Spondylose is een aandoening die voorkomt op de wervels. Wanneer de tussenwervelschijven beginnen te slijten, gaat het lichaam abnormaal botweefsel aanmaken. Het nieuwe botweefsel gaat woekeren en uiteindelijk kan het gewricht gaan vergroeien. De wervelkolom wordt minder flexibel waardoor de hond zijn rug veel minder kan bewegen. In extreme gevallen kunnen zelfs de zenuwen bekneld raken waardoor er uitval kan optreden.

Deze ziekte is best ernstig. Het is heel slecht behandelbaar. De symptomen die kunnen optreden zijn: Zwakte van de achterpoten, bewegingsbeperking, moeilijkheden met lopen en overeind komen, pijn in de nek, rugpijn en uitval van zenuwen. 

 

Degeneratieve lumbosacrale stenose (vernauwing van het wervelkanaal)

De aandoening degeneratieve lumbosacrale stenose wordt veroorzaakt door afbraak (degeneratie) van de tussenwervelschijven en vermeerdering (proliferatie) van de wervels en omliggende weefsels. De afbraak van de tussenwervelschijf wordt veroorzaakt door onder andere genetische, aangeboren afwijkingen en overbelasting van het deel van de wervelkolom. Deze veranderingen zorgen voor een verminderde stabiliteit van de gewrichten in de wervelkolom. Om deze instabiliteit te compenseren, veranderen de omliggende weefsels. Deze toename van de omliggende weefsels leidt tot vernauwing van het laatste deel van het wervelkanaal. Hierdoor komt er in dit gebied druk op het ruggenmerg te staan, wat resulteert in pijnlijkheid, kreupelheid en uitval van zenuwen. 

Het is ernstig als je dit hebt en het is een beetje tot niet behandelbaar. De symptomen die je hond kan hebben zijn: zwakte in de achterhand, afwijkend staan met achterpoten, kreupelheid, moeilijkheden met lopen en overeindkomen, slepen van tenen van de achterpoten, verlies van coördinatie in de achterste ledematen, rugpijn, gedeeltelijke of volledige verlamming, neurologische afwijkingen en verlamming van de achterpoten.  

 

Epilepsie (''vallende ziekte'')

Epilepsie vindt plaats als gevolg van abrupte, tijdelijke verstoringen van de elektrische activiteit van de hersencellen. Hierdoor ontstaan toevallen of epileptische aanvallen, wat zich kenmerkt als aanvalsgewijs en herhaaldelijk optreden van abnormaal gedrag. Dit abnormaal gedrag is vaak een vermindering of afwezigheid van het bewustzijn en het optreden van spierkrampen. De ernst en duur van zo'n aanval kunnen zeer verschillen per aanval en tussen individuen en rassen. Epilepsie wordt onderverdeeld in een primaire (erfelijke) en een secundaire (door toedoen van onderliggende oorzaak) vorm. Primaire epilepsie, oftewel genetische of erfelijke epilepsie, vormt een groot probleem bij hondenrassen. De eerste aanval treedt vaak tussen de 6 maanden en het vijfde levensjaar op. Epilepsie komt voor in alle hondenrassen, bij bepaalde hondenrassen vaker dan bij andere, en bij ernstige gevallen van epilepsie kan euthanasie noodzakelijk worden geacht. 

Epilepsie is een ernstige ziekte en je kunt het een beetje behandelen, maar niet alles is behandelbaar. De symptomen die op epilepsie kunnen wijzen zijn: spierkrampen, abnormaal gedrag, depressie, desoriëntatie, hyperactiviteit, sloomheid, verwardheid, coördinatieproblemen, ernstig ongemak, bewustzijnsverlies, epileptische aanvallen, neurologische afwijkingen en stuipaanvallen. 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb